#4 Godsbeelden

Speaker 1:

Hey, goed dat je luistert naar een geloofsvoergesprek. Vandaag gaan Dick en ik in gesprek over godsbeelden. Wat zijn godsbeelden? Hoe kom je eraan? Hoe kom je er misschien ook wel weer vanaf?

Speaker 1:

Hoe veranderen ze over tijd? Nou ja, en alles wat verder ter sprake komt. Dus we hopen dat je met veel plezier weer luistert vandaag. Hoi! Hey Dick, daar zijn we weer.

Speaker 2:

Nieuwe

Speaker 1:

aflevering. Hey, schreef vandaag een blog over godsbeelden. Dat was ook naar aanleiding van een boek waarin ik begonnen ben. Nou, dat boek, daar heb ik het misschien later nog eens over in een blog, of hopelijk ook met jou. Misschien kan ik je er zelfs wel toe aanzetten om het boek te lezen.

Speaker 1:

Maar vandaag wilde ik eens met jou hebben van gedachten wisselen over godsbeelden. Wat zijn godsbeelden? Hoe ontstaan godsbeelden? Hoe veranderen godsbeelden ook over tijd? En nou ja, ik heb daar zo wat gedachten over opgeschreven in mijn blog.

Speaker 1:

Ook mijn worsteling daarbij. Dus ja, ik ben gewoon ook benieuwd hoe jij dat allemaal ziet en persoonlijk beleeft. En nou ja, misschien kan jij eens een schot voor de boeg doen. En dan onszelf kennende dan kletsen we zo oplossen.

Speaker 2:

Ja ja tuurlijk. Wel eventjes erbij vertellen dat je dit vlak van tevoren hebt gepost. Dus ik heb er niet super lang over nagedacht, maar er kwam wel een veelheid aan beelden boven. Dus dan gaan we gewoon daarmee verder.

Speaker 1:

Nog even 2 dingen. 1 leuk woordgrapje. Er kwamen beelden boven. Hartstikke leuk, scherp. En dat ik je vlak voor de tijd iets toestuur en dat jij

Speaker 2:

het elke keer benoemd op

Speaker 1:

de podcast wordt ook een beetje het leidmotief. Goed, zo werken we dan maar helemaal

Speaker 2:

Ja, maar misschien dus ook zeg maar dat het op nu eens keer vast is gelegd dat je dit misschien eens eerder zou moeten opsturen. Ja ja fair enough fair enough. Heel goed. Nou ja wat ik heb ten eerste wel gelezen en ik heb zelfs nog eventjes je linkje naar je zwager Lennart heb ik nog eventjes gelezen. En die had ook wel een mooi punt.

Speaker 2:

Zijn dus nog van de jaren terug begreep ik. Waarin hij schrijft over dat je natuurlijk je God speelt en daar doe ik natuurlijk ook aan mee. Dat je je God speelt allereerst altijd een beetje boetseert naar je eigen ja wat het wat jou het beste past en wat dan redelijk veilig is. En dan betoogt Lennard dan uiteindelijk ook van ja daarmee moet je uitkijken dat je God met die hoofdletter niet tot een kleine God maakt die jou dus wel heel erg past. Maar wat ook wel heel veilig is en wat dus niet recht doet aan wie God is.

Speaker 2:

Nou en dat eigenlijk dat punt staat nog steeds denk ik. Ik vond ik vond mooi dat hij dat zei want dat zou ik ook meteen zeggen. Hij noemt ook heel terecht dat ik denk dat zeg jij volgens mij ook over het boek dat heel veel mensen natuurlijk een beeld van God hebben toch wel op basis van hun persoonlijke ervaringen. Lennard noemt dat zelf ook al van als je natuurlijk een hele liefdevolle vader hebt, dan is dat een heel makkelijk model om dat op God te plakken. En als je dat niet hebt

Speaker 1:

Ja, daarmee wordt zo'n, daarmee wordt zo'n godsbeeld ook heel persoonlijk hè, omdat je eigenlijk meer dan je misschien zelf denkt eigenlijk jezelf ook te kennen geeft. Als je over God praat, welke woorden je daar wel of niet gebruikt of welke accenten je wel of niet legt. Het zegt volgens mij ook best wel veel daarmee over jezelf.

Speaker 2:

Heeft zelfs als je dit zo zo zegt en dan schiet het mij dan te binnen. Het doet zelfs een beetje als mensen wat over je kinderen vertellen. Gewoon die hebben dan op of aanmerkingen op je kinderen, hoe ze zich gedragen. Dat je dat altijd voelt als zij zijn natuurlijk soort vooral in het begin jaren echt een verlengde van jezelf. En dat je je dan dus zelf ook vaak heel erg aangevallen voelt.

Speaker 2:

En ik denk in een zekere zin als je je godsbeeld serieus neemt en als mensen je daar bekritiseren op datgene dat je dat dus ook heel erg sterk door voelt zeg maar. Dus als mensen zeg maar jou dan aanvallen op bepaalde beelden of over wie je bent dat dat dat ja dat kan dan soms best wel ja hoe zullen we dat zeggen best wel ik wou zeggen ground shaking weet wel. Weet je dat kan wel echt wel heftig zijn. Want als dat zo erg samenvalt met elkaar dat hoeft dat mensen commentaar hebben op jouw God en dat dat eigenlijk ook commentaar is op jou. Snap je dat?

Speaker 1:

Ja, dat is die parallel met die kinderen. Die voelen we Tenminste, ik heb kinderen, je hebt ook kinderen We hebben ook nog kinderen van dezelfde leeftijdscategorie. Dus we voelen daar wel wat bij, denk ik, inderdaad. Als je daar op aangesproken wordt, laat staan als het je eigen vader of moeder is, weet wel. Word je helemaal tegen de haren ingestreken.

Speaker 1:

Maar, heb je Dus ik kan je volgen Hoe is jouw ervaring daarmee zelf? Je hebt ook Ik bedoel, wij wonen nu allebei in Zwolle. Ik ben nooit echt ver van Zwolle uitgeweken, maar je hebt ook jarenlang in Nijmegen gewoond. Je hebt altijd op voetbal gezeten. Nou, daar was ook niet het merendeel geloof ik zullen we maar zeggen.

Speaker 1:

Maar ik ken je, dus je bent ook gesprekken niet uit de weg gegaan. Kan je ook iets zeggen over Of jij ervaringen hebt gehad die hier op lijken? Dat je ergens op aan werd gesproken Het kan nog een medegelovige zijn, het kan ook nog een nietgelovige zijn over Dat die jou wegzetten als iemand met nog een prehistorisch godsbeeld Of juist om wat voor reden dan ook een heel vertekend godsbeeld. Heb jij zulke ervaringen?

Speaker 2:

Ja, nou ja kijk, ik denk dat iedereen, en volgens mij komt dat in dat boek terug, maar daar moeten we het later maar eens over hebben, dat je natuurlijk, jij wordt volwassen en je en je godsbeeld groeit waarschijnlijk met je mee. Dus in het begin hoe onzeker je bent hoe onzeker ik ook was over het beeld van God wat ik had vooral vroeger. Dus inderdaad je gaat felle discussies aan waarin je af en toe zeg maar iemand liet dan iets een heel ander geluid horen waarbij je dan eigenlijk moest toegeven dat hij best wel een punt had, maar ja je wist het allemaal nog niet. Dus dan ging je mij heel hard je hakken in het zand zetten om jouw godsbeeld te doen.

Speaker 1:

Ja, dat is je eerste reactie dan hè. Als iemand met zoiets anders komt, dat kun je op dat moment niet handelen omdat dat kennelijk te ver af staat van hoe je tot dan toe

Speaker 2:

goed Ja, en ik denk vooral de middelbare school hè, dat je dat je vragen over seksualiteit en misschien wel drugsgebruik echt weet je wel van die dingen waar je als tiener mee bezig bent wat mogelijk te maken heeft met een soort godsbeeld wat je hebt. En als mensen daar lak aan hadden of dat heel anders invulde dat dat ik weet nog dat vond ik echt wel was best wel heftig. En en dat maakte ook al toen al snel duidelijk van ja we hebben niet allemaal hetzelfde beeld. Maar je dacht ook nog in hokjes. Dus ik dacht gewoon van ja weet je ik ik heb mijn gereformeerde achtergrond en dat is gewoon de juiste en al die andere die dan andere dingen doen ja dat kan niet juist zijn.

Speaker 2:

Weet je wel, want het was om mij staande te houden. Dat is best wel een star godsbeeld natuurlijk. En ik denk dat in mijn smal

Speaker 1:

Smal ja. Smal godsbeeld. En ik denk in mijn

Speaker 2:

studietijd dat ik daar wel dat kon ik natuurlijk niet volhouden. Ten eerste ik deed psychologie dus er wordt natuurlijk uitgelegd hoe het brein werkt, wat de functie van religie is. Dat is een soort buffer voor de dood is 1 van die uitleggen. Ja dan moet je je godsbeeld wel openbreken want anders blijft er mogelijk niks over. Dus ik ben in zekere mate flexibeler gaan denken en ook andere beelden van God laten toegelaten zeg maar naar mezelf.

Speaker 2:

Van ja wat vind ik hier nou van en en wie denk ik dat God is?

Speaker 1:

Ja, kan ik hoe kan ik dit wat die ander zegt of hoe die ander denkt dat God is of in elkaar steekt, hoe is dat dan te verenigen met hoe ik dat tot nu toe zag? En hoe incorporeer je dat dan weer? Want ergens, je krijgt nieuwe informatie tot je die die conflicteert met wat je dan laft. En dan, maar toch kan die ander een goed punt hebben. Je kan je toch tot een bepaald inzicht brengen.

Speaker 1:

Dat gaat vaak ook natuurlijk traag en over tijd. En het is heus niet 1 gesprek, meestal niet 1 gesprek, waarin je Gods beeld diametraal wordt bijgesteld. Maar het zijn wel, denk ik, kleine ontmoetingen, kleine dingen die je over tijd, zo ervaar ik dat zelf althans, die je over tijd een ander beeld geven over God. Over hoe ik denk dat dat een beetje in elkaar steekt.

Speaker 2:

Nee dat klopt. Maar ook gewoon dat ik Kijk, als jij dan wat tegen mij zei Dat was dan misschien niet helemaal hetzelfde wat ik, zoals ik het beleefd had, of we waren duidelijk ergens anders opgegroeid. Maar ik toch het idee had dat we over hetzelfde aan het praten waren, waren wel de openbaringen van toen. Weet je dat ik heel vaak dacht van volgens mij hebben we het over dezelfde God alleen kleden we het er anders in. Snap je?

Speaker 2:

Dat ik veel meer ook bereid was om naar die ander te luisteren als van hé jij gebruikt misschien andere woorden en misschien zelfs een enigszins een andere taal weet je wel, welke termen je gebruikt. Maar volgens mij ook als ik zie in het is ook mooie christelijk woord de devotie zeg ook in de wijze waarop je je bereid bent om je daarvoor in te zetten. Dat je eigenlijk met heel veel mensen kon praten. Meer dan dus dat ik op de middelbare school deed die allemaal wel een andere visie hadden maar waarvan ik dacht volgens mij geloven we allemaal in diezelfde God.

Speaker 1:

Naar welke tijd in jouw leven refereer je nu? Is dat is dat in die tijd dat jij in Nijmegen woont?

Speaker 2:

Ja was wel echt in Nijmegen. Daar heb ik wel echt geleerd maar ook omdat ik natuurlijk Nijmegen noem ik altijd wel een beetje ja noem ik wel ongelovige stad. Sorry Nijmegenaren die mogelijk luisteren en het daar niet mee eens zijn, maar dat risico durf ik wel te nemen. Dus ik ik heb gewoon zeg maar goh ik ben zeg dat dan altijd ben meer bottom-up weet je wel dat je vanaf onder hé dat je dat je eerst probeert een soort gemene deler te vinden met elkaar in plaats van dat je boven van bovenaf met allemaal termen gaat zitten gooien. En en dat heeft mij ook heel erg geholpen om mijn mijn godsbeeld is ook anders geworden zeg maar.

Speaker 2:

Gewoon veel meer een universelere god dan zo'n persoonlijke god waarmee ik uit Zwolle vertrok. Eentje die zeg maar heel smal was, werd

Speaker 1:

heel erg

Speaker 2:

breed. Misschien wel te breed zullen sommige mensen zeggen, maar dat was nodig om het gesprek met al die andere mensen aan te kunnen.

Speaker 1:

Ja, lijkt wel een belangrijk aspect te zijn van de ontwikkeling van je godsbeeld. Zo ervaar ik dat. Dat het bijna per definitie zo is dat het beeld ruimer of breder wordt dan wat je aanvankelijk had. Durf je dat ook zo te stellen of ben je dan eenzijdig?

Speaker 2:

Nee, en en ik hoop dat zelfs. Ook omdat dat natuurlijk bij volwassenheid hoort. Dat je dat alles is natuurlijk niet zwart wit en het is grijs en en dat je merkt van ja die doen het anders, maar die kunnen ook best wel gelijk hebben. Dat hoort volgens mij. Dan staat het los van religie of je god speelt is dat een ontwikkeling.

Speaker 2:

Dus ja.

Speaker 1:

Dat zie je ook wel in dat boek wat ik dus nu aan het lezen ben. Waar we dan nog eens op terugkomen, hoop ik Dat inderdaad, die via een soort ik-wij-gevoel, er zijn meerdere fases er onderscheid in het boek. Er worden ook wel kleuren aangegeven. En dat zijn fasen, die zijn meer 'ik' gericht, en er zijn fasen, die zijn meer 'wij' gericht. En die wisselen elkaar af.

Speaker 1:

En, ja Ik denk ook dat dat nodig is voor die ontwikkeling. Want als je blijft steken in de wei, dan vereenvoudig je het niet. Dan wordt het niet iets wat diep wortels schiet in je, omdat je je constant conformeert of optrekt aan de mensen om je heen. Anderzijds Als je in je eentje blijft poeteren dan krijg je Ja, dan ligt zeker dat wat Lennard aanstipt in zijn blog op de loer, denk ik. Dat je, ja, Gods beeld, je God zo geboetseerd hebt, dat Hij feilloos in de mal past waar je Hem graag wilt hebben.

Speaker 1:

Dus dat vond ik wel een mooi beeld, dat je eigenlijk de hele tijd heen en weer gaat. Herken jij dat? Dat je zegt: We zijn fase periodes in mijn leven geweest. We zijn nog niet bejaard, maar Ik durf nu toch, nu ik 35 ben te spreken over periodes in mijn leven. Heb jij dat ook?

Speaker 1:

Dat je, als je terugkijkt, dat je denkt Nou, er zijn tijden geweest waarbij ik inderdaad vooral behoefte had aan die gemeenschap aan gesprekken met medegelovigen, aan het scherpen van de geest. Dan heb ik het niet zozeer over de geestelijke duidelijkheid, maar gewoon je eigen geest. Hoe je over dingen denkt. En er zijn perioden waarbij je veel meer de behoefte hebt om dat lekker in je eentje door te maken, daarin te ploeteren en tot nieuwe inzichten te komen?

Speaker 2:

Nou ik denk zelfs dat die hele tijd in Nijmegen, dat was iets korter dan 10 jaar, maar dat ik misschien die hele tijd wel heb gebruikt om het zeg maar gewoon eerst uit te vogelen van wie, Ten eerste ging dat überhaupt die periode over wie wie ben ik in de wereld. We stonden dan los van religie wat daar wel een belangrijk onderdeel was van die identiteit. Maar dat hele proces was best wel ik gericht. Maar het frappante is eigenlijk toen ik terug kwam naar Zwolle, ik me toen heel erg ging denken in termen van nu is het tijd dat ik ga aansluiten bij een gemeenschap. Dat heb ik in Nijmegen echt altijd afgehouden.

Speaker 2:

Ik ben daar niet op het Christelijk studentenvereniging gegaan. Ik ben daar niet lid geweest van een kerk. Ik kwam daar wel maar gewoon los.

Speaker 1:

Ik was vast in

Speaker 2:

de kerken. Deed religie wetenschapper dus ik was ook nog wel eens in een Hindoestaanse tempel te vinden of ergens aan mediteren of zo weet je wel. Dus ja dat was gewoon alles. En maar dat was allemaal onderdeel van dat ik en en dat ging echt naar wij toe hier in in Zwolle. En uiteindelijk werden zowel nu mijn mijn vrijwilligerswerk als als mijn werk wat ik dus doe is denk ik heel erg wij gericht.

Speaker 2:

Maar ik moest gewoon eerst ken uzelf ik moest eerst mezelf weten en ik ik denk zoals ik nu mijn godsbeeld ook heb die is wel dusdanig duidelijk dat ik ook wel echt wel de discussie met iemand aan zou kunnen gaan. Heel anders dan nou ja, meer dan 10 jaar geleden. Ik ben het gewoon met mensen oneens. Of heel erg eens. Of ik kan een eind meekomen zonder dat dat heel veel afdoet aan mijn beeld van God, denk ik.

Speaker 1:

Ja, dus die ik-fase, die ik-periode, die heb je eigenlijk ook ergens nodig om je weer te verhouden in een grotere, bredere context. Als het over God gaat en wat voor karaktereigenschappen je wel of niet zou hebben. We zijn nogal geneigd om God vermenselijken. Daar is een ander woord voor, maar daar struikel ik altijd over. Dus dat mijid ik bewust.

Speaker 1:

Dat God allerlei menselijke eigenschappen toedichten om toch nog enigszins een voorstelling van Hem te kunnen maken. Ja, de man op de wolk is daar toch wel Ik vind het altijd een beetje treurig dat God dan zo afgebeeld wordt. Maar ja, aan andere kant, je moet toch wat he?

Speaker 2:

Mag ik even inbreken? Ik weet eigenlijk al

Speaker 1:

Ja tuurlijk!

Speaker 2:

Dat heb je ook wel eens zelf hardop gezegd. Maar dat dat voor jou denk ik wat later was en dat het eigenlijk iets is van de afgelopen jaren. Ja. Misschien wel vanaf het moment en dat heeft niks met mij te maken, maar vanaf het moment dat ik hier 4 of 5 jaar geleden kwam wonen, dat jij toen ergens in die periode ook anders ging denken. Dat merkte ik aan je.

Speaker 1:

Ja, dat klopt wel hoor. Ja, zeker. Ik denk dat ik, Ik ben niet zoals jij in een studentenstad gaan wonen. Ik ben op kamers gaan wonen in Zwolle en ik heb mijn studie gedaan en heb ik gewoon heen en weer getraind. Daarna ben ik aan het werk gegaan.

Speaker 1:

Dus ik ben niet Ik heb niet echt het studentenleven, dat is grotendeels langs mij heen gegaan. Ik ben nooit lid geweest van een studentenvereniging. Ik heb nooit in een studentenstad gewoond. Hoogstens kwam ik een keer jou vergezellen in Nijmegen, of bij iemand anders die weer in een andere stad woonde. En ik ben toch meer gewoon doorgegaan, zogezegd, in de lijn zoals ik grootgebracht ben, zoals me dat gebruikelijk was.

Speaker 1:

Die gereformeerde achtergrond, die is dan bij mij hervormd. Maar goed, what's in a name? Sorry, voor mij is dat een beetje Ja, dat is niet zo heel belangrijk, maar Ja, en ik werd toen In mijn kerk, al vrij snel toen ik daar lid van was, werd ik gevraagd om jeugdhouderling te worden. Nou, daar heb ik ook wel eens over geschreven op de blog. Dat ben ik gewoon heel gedreven aan het doen.

Speaker 1:

Moet zeggen dat ik daar af en toe kijk ik daar zelfs met een beetje gêne op terug, omdat ik denk: goh, ik ben gewoon, ja, dat was gewoon een hele logische volgende stap die ik meer uit een soort gewoonte en vanzelfsprekendheid geaccepteerd heb. Maar daar lag niet heel veel van mijzelf in.

Speaker 2:

Of niet te vroeg?

Speaker 1:

Nou Ja, hij kwam te vroeg om het echt op een manier in te vullen, dat jeugdouderschap Want het is best wel een vrij ambt, zullen we zeggen. Er zijn taken in de kerk die zijn vrij vastomlijnd. Jeugdouderling, daar heb je er doorgaans 1 van. Die heeft best wel veel vrijheid in het invullen daarvan, hoe je dat wil oppakken en welke activiteiten je wel of niet wilt ontplooien en hoe dicht of hoe ver je tegen de kerkraad wilt staan. Dat ken je ook denk ik wel vanuit je eigen werk.

Speaker 1:

Je hebt daar best wel wat ruimte in. En ik heb voornamelijk gedaan wat denk ik van mij verwacht werd. Ik merkte dat toen ik na 4 jaar geen jeugdouderling meer was, dat als ik terugkijk was dat eigenlijk een beetje het startschot voor die verandering die jij net aanstipte. Dat ik dacht: ja, maar het is onvoldoende van mij. Ik heb nog te veel vragen, er zijn te veel onbeantwoorde zaken.

Speaker 1:

Nou, ik heb ook op de blog talloze keren geschreven over bepaalde, bepaalde boekenreeks die ik veel graag mag lezen. Voorviews, huppeldepup, tourviews, om huppeldepup. Al die dus tegen tegenovergestelde of

Speaker 2:

in ieder geval

Speaker 1:

conflicterende bijbelse visies op bepaalde thema's. Ja, daar heb ik van gesmuld. En dus ja, daar merk ik van oké, ik had de behoefte en heb dat nog steeds. Het meer, het moet dieper, het moet dieper en het kan ook dieper verankerd worden. Maar dan moeten er ook een hele hoop even tijdelijk weg zijn.

Speaker 1:

Dus dingen die ik gewoon altijd maar geleerd heb, heb aangenomen. Ja, daar staan Je moet er even van tafel, zeg maar, om weer wat nieuws te kunnen creëren. Dat is dan ook meteen een vraag. Wat ik wel lastig vind is dat wat Lennard ook aanstipt, dat die God zo particulier wordt, maar, individualistisch, dat je op een gegeven moment denkt van nou, mee, of nu komt het weer tot rust of zo, zeg maar. Waar je dan ook maar landt, maar dat godsbeeld dan zo individueel is.

Speaker 1:

Misschien maak ik me daar ten onrechte zorgen over en als je weer in een wij-fase komt zogezegd, dan scherp je hem weer opnieuw. Maar ja, ik vind ik vind dat wel wel lastig.

Speaker 2:

Ja, denk dat we ook wel net moeten. Je

Speaker 1:

hebt geen referentie, ik heb geen referentie casus. Veel

Speaker 2:

mensen zijn hier niet per se bij hulp mee. Nee, dat gevaar ligt zeker op de loer. Dat je dat dat je natuurlijk inderdaad die dingen uit gaat kiezen die je wel goed bevallen. En omdat Lennet ook zo zegt van eigenlijk als je Jezus echt wil volgen die boodschap is zo radicaal Dan schreef ik volgens mij ook in een van die blogs over holy shit die programmareeks waarin iemand vraagt van wanneer ben je nou christen? Ja dat is dan bijvoorbeeld de dopen.

Speaker 2:

Dat is dan een heel praktisch iets. Je zou het ook zekere zin zegt ze, volgens mij is dat in het dominee, ik ben even haar naam kwijt, je zegt ook van mij je zou ook kunnen zeggen van als je Jezus wilt volgen. Nou dat klinkt misschien heel laagdrempelig, misschien wel te laagdrempelig, Maar ik denk in de radicaliteiten waarin dat als je dat goed wil interpreteren zeg maar wat Jezus van je wil, dat schrijft Lennard eigenlijk ook al mooi, dat dat best wel rigoureus is. Dat dat eigenlijk keuzes zijn op gebied van hoe ga ik om met anderen. Ik las iets van Stefan Paas die ook nu heel erg heeft over klimaatbeleid en zo.

Speaker 2:

Bestrijdt dat zoveel van je leven dat dat niet een veilig godsbeeld kan zijn. Snap je wat ik bedoel? Gods beeld is zeg maar in dat opzicht geloof ik dus ook niet bij jou. Het kan nooit zo veilig zijn. Ik kan echt niet geloven dat jij dat zult hebben in de toekomst, maar dat je dan dat dat je gewoon helemaal tot stilstand zet.

Speaker 2:

Ik bedoel er is zoveel te verbeteren en te doen wat Jezus dan van ons vraagt of wat ons geloof van ons vraagt dat het eigenlijk een doorlopend proces is. En dus dat godsbeeld, ja

Speaker 1:

Ja, zolang je ook De randvoorwaarde is natuurlijk dat je steeds open blijft staan voor wat andere vragen zeggen, godsbeelden waarmee je geconfronteerd blijft worden. In hoeverre je ontvankelijk blijft zijn. Dan kunnen we natuurlijk even een sprongetje maken naar mensen die bijvoorbeeld in zijn geheel corona ontkennen. Die een bepaalde filter op hebben. Het bevestigen nieuws komt binnen, maar nieuws wat niet bevestigd wordt afgedaan als fake, of dat komt van mensen die de schade nog op de ogen hebben.

Speaker 1:

Zo bevestig je jezelf natuurlijk in een vooringenomen standpunt. Dan ja. Ja dat zou

Speaker 2:

je voelt wat je noemt. Die godsbeeld worden, ik hoop niet dat ik je nu te erg interrumpeer, maar ik moest ook meteen denken aan dat bestorming van het Capitol waarin toch aardig wat Gsis Sapes vlaggen mee het Capitol werden opgezuld weet je wel. Als in van de volledige legitimering van de bestorming van het Capitol door gelovigen. En te bedenken dat Joe Biden was inauguratied en toen sprak er een predikant. Maar zo heeft er ook een predikant voor Trump gesproken.

Speaker 2:

Ik bedoel dat zijn dus allebei gelovige mannen. Maar ik bedoel en die voorbeelden die vragen gewoon eigenlijk bijna dagelijks om een soort ook een bijstelling of een soort check aan je eigen godsbeeld denk ik. Is dit dan die god? Hebben we het echt over dezelfde god weet je wel?

Speaker 1:

Ja, ik vind dat wel lastig hoor. We noemen nu 2 voorbeelden die voor mij niet zo zeer lastig zijn. Omdat ik het niet heb dat God speelt, dat dat niet klopt. Voor wat het waard is. Maar We hebben die bijbel tot onze beschikking.

Speaker 1:

Wat ik ook schreef in mijn blog, van Die bijbel, die helpt ons wel degelijk om bepaalde godsbeelden, eenzijdige godsbeelden, of gewoon ronduit verkeerde godsbeelden aan te wijzen, denk ik. Maar tegelijkertijd word je er wel mee geconfronteerd dat er allerlei groeperingen zijn die Gods beelden hebben of individuen die beroepen zich allemaal op diezelfde Bijbel. En ja, als je dat wil, kun je natuurlijk uit die Bijbel een hele hoop weglaten, zodat ook daar overblijft wat in die mal past. Dus zelfs met die Bijbel die zo pluriform is, kan je dat doen. Dus je hebt weinig objectieve context, zeg maar, om dat godsbeeld aan te toetsen.

Speaker 1:

Dus ik denk dat het enige wat je ook kan doen is constant in gesprek blijven met anderen en juist conflicterende dingen die conflicteren met jouw godsbeeld, die tot je te nemen en je daartoe te verhouden. Alleen, ja, het is ook Ik vind het ook een vermoeiend iets. Voor mij staat dat nu dus al best wel lang een beetje op losse schroeven. Elke keer moet ik daar weer mee bezig. Ja, wat vind ik?

Speaker 1:

Doe ik dit uit gewoonte? Doe ik dit omdat ik dit echt zo vind? Of doe ik dit omdat dit past? Of voel ik dit echt zo? Is dit diep verankerd of is dit aangeleerd?

Speaker 1:

En ja, dat zijn natuurlijk niet allemaal bewuste processen, maar ja, het is wel een soort van niemandsland waar je een tijdje lang verblijft. Ik weet niet of jij dat zo beleefd hebt in Nijmegen. Het voelt alsof voor jou dat wat meer een bewuste keuze was, ook om die tijd daarvoor te gebruiken? Nou ik

Speaker 2:

heb het ook gewoon een hele tijd gewoon wel, vond het ook wel prima om het zo te laten. Weet je, dan maar eventjes niet. Dus dan ben je er alsnog mee bezig maar op een heel laag pitje. Ik denk zolang je maar zorgt dat die waakvlam nog genoeg aan blijft. Het is wel een waakvlam.

Speaker 2:

Is niet heel heel heel Dat was ook gewoon prima voor die tijd. Ik bedoel er kwam bij mij ook, vraag me niet wat dat dan was. Dan zullen ze zeggen heilige geest of wat dan ook. Er komt dan toch wel weer een periode waarin je daar meer behoefte aan hebt om dat dus vorm te geven. Maar ik denk ook niet dat het erg is als dat gewoon een tijdje braak ligt.

Speaker 2:

Ik bedoel zelfs dat voorbeeld van braak liggen van dat het ja als iets grondvrucht wil dragen mag het ook wel een tijdje gewoon eventjes onbewerkt en gewoon liggen. Dat het ook helemaal niet erg is.

Speaker 1:

Ja, dat is toch geen vanzelfsprekende gedachte voor mij hoor.

Speaker 2:

Ja, het is wel een manier dat het ook

Speaker 1:

zo kan.

Speaker 2:

Hoef je daar niet per se wat mee ofzo. Vond er wel even zo'n

Speaker 1:

Sorry

Speaker 2:

de ongelooflijke podcast met Beatrice de Graaf. Ik denk van de laatste tijd zit ze veel in een ongelooflijke podcast. Volgens mij was dit iets van 3 terug ofzo. Dan heeft ze het heel erg over de vruchten van de geest als in van wanneer weet je nou of wat iemand aanhangt goed of slecht is omdat sommige mensen zich dus ook beroepen op de Bijbel. En dat zij zij gewoon die toetssteen heeft van ja maar zeg maar als die complotdenkers die zaaien angst en polarisatie dat kunnen toch geen vruchten van de geest zijn?

Speaker 2:

Als in geduld, liefde, vreedzaamheid. Je kent de bekende voorbeelden. En dat vond ik een hele mooie toetssteen. Je niet weet dan denk je van wat diegene zegt beroept zich ook op de bijbel of op God of wat dan ook. Dan ga je gewoon kijken van wat zijn nou de vruchten van zijn uitspraak.

Speaker 2:

Wat zijn dan de vruchten van dat Dat vond ik een hele mooie want ik dacht ja ik denk dat wij als Christendom nu ook hoop moeten uitstralen in plaats van angst wat er elke dag in wordt gepompt en dat soort dingen. Is wel iets dat je als ik naar mensen luister en die zeggen hier en daar wat dan denk ik heel vaak aan deze uitspraak van Beatrice de Graaf.

Speaker 1:

Ja, dit is wel redelijk concreet. Dit blijft niet in abstractie hangen. Hier kun je wel wat mee als je Als je er niet helemaal uitkomt, van hoe moet je nou wat je denkt, of altijd hebt gedacht, verenigen met wat anderen zeggen en doen. En hoe kom je daar dan uit? Tot slot nog even, want ik Ik had in de blog ook een stukje gequote uit God 70.

Speaker 1:

Klinkt echt zeer geavanceerd, die auteurs zeggen daar eigenlijk: je gaat inzien dat jouw godsbeeld, met alle respect, slechts jouw beeld is en dat God daar nooit mee kan samenvallen. Dus dat is wat ik eerder bedoelde met dat het ook ergens zinloos is ofzo. Of tenminste, ja, willen weten of hoe het zit, dat heeft niet zo heel veel zin, omdat ik ook inderdaad van mening ben dat een godsbeeld ook nooit meer zal worden dan dat. Een beeld van God, wat we geconstrueerd hebben op basis van opvoeding, op basis van de Bijbel, op basis van contacten die we met anderen hebben. Maar de constatering dat het nooit zal samenvallen met wie God is.

Speaker 2:

Nee, dat is beetje teleurstellend. Volgens mij, ik dacht meer in termen van Ik vind zeg maar ik geloof heel erg dat geloof zeg maar dienende dat het dienend moet zijn weet je wel. Dus we dienen God maar ook ons medemens weet je wel. Dus dat zet je ego al een stapje naar achteren wat al voor heel veel mensen heel moeilijk is in deze tijd denk ik. En dat godsdienst ook een soort van nederigheid is.

Speaker 2:

Dus ook te erkennen dat God altijd groter is dan jezelf. En dat vond ik eigenlijk heel mooi in die uitspraak naar voren komen. Dat het ook gewoon een gepast respect is voor diegene die hij, zij, het ook is. Weet je wel? Dat dat precies de positie is die we in moeten nemen.

Speaker 2:

Dus dus dat dat ja dat is echt ik denk heel die ja dat vind dat wel echt van die belangrijke ja.

Speaker 1:

Ja, op het moment dat je God gedefinieerd hebt voor je gevoel dan kan je eigenlijk alleen op

Speaker 2:

basis aanraden.

Speaker 1:

Want je zegt dat

Speaker 2:

je niet geen bent, dan kun je jezelf toch moeilijk nederig noemen of dan is het nog maar de vraag of je nog wel dienend kan zijn. Je kunt alleen maar dienend zijn voor iemand waar je heel veel ja waar je dat voor wil doen, je respect voor hebt. Dat bestaat eigenlijk allemaal bij gratie van iets of wat dan ook wat boven je jezelf overstijgt, denk ik.

Speaker 1:

Ja, dat denk ik ook. Wij vinden het een interessante onderwerp. Volgens mij kunnen wij hier nog veel langer over praten. Ik stel voor dat we dat ook gaan doen, maar wanneer weet ik nog niet. Ik probeer mezelf niet te veel druk op te leggen als het gaat om het schrijven van blogs en met name waarover het al moet gaan.

Speaker 1:

Maar als ik een keer weer de smaak te pakken heb, dan wil ik nog eens verder schrijven over dat boek. Misschien dat ik jou dan nog enthousiast kan krijgen om nog eens over verder te babbelen. En ja, voor nu bedankt weer voor je tijd. Ik zeg

Speaker 2:

Ja, het was weer gezellig hè?

Speaker 1:

Fijne avond nog.

Speaker 2:

Tot de volgende.

Speaker 1:

Yes, en dat was alweer aflevering 4. Wees gerust, de komende afleveringen zullen sneller en consistenter achter elkaar verschijnen. We mikken op 2 afleveringen per maand en een aflevering duurt zoals je gemerkt hebt ongeveer 30 minuten. We hopen dat je deze aflevering met plezier hebt geluisterd en tot de volgende.

Makers en gasten

Dick
Host
Dick
Podcaster en schrijver voor geloofsvoer.nl
Renco
Host
Renco
Podcaster en schrijver voor geloofsvoer.nl
#4 Godsbeelden
Uitgezonden door