#36 Geloofsverschil (in je relatie)

Speaker 1:

Hey, leuk dat je weer luistert naar Geloofsvoergesprek aflevering 36 dit keer. En we gaan het hebben over geloofsongelijkheid in je relatie. Maar niet met Dick, noch met Lennet. Deze avond praat ik met Annet. Annet is een bekende vanaf de middelbare school en ik kreeg haar zo gek om een keer on-air met mij te gaan.

Speaker 1:

Normaal begin ik de opname altijd met goedenavond Dick of goedenavond Lennard of als ik geluk heb dan zeg ik goedenavond Dick en Lennard. Maar vanavond zeg ik goedenavond Annet.

Speaker 2:

Ja, goedenavond Genko.

Speaker 1:

Wat leuk dat je er bent.

Speaker 2:

Vind ik ook.

Speaker 1:

Wat brengt jou eigenlijk hier? Waarom zit je tegenover mij aan de keukentafel?

Speaker 2:

Ja, ik ben door jou uitgenodigd al enkele maanden geleden. Vind je het een keer leuk om mee te praten in een podcast? Nou, toen had ik daar nog geen antwoord op. Dat heb je het laatst nog een keer gevraagd en nou hier zitten we. Maar stiekem komt het omdat je nu echt een microfoon hebt.

Speaker 1:

Ja, ja, ja, Ik ben blij dat je even begint met de uitrusting hier. Maar wat ook niet onbelangrijk is om te noemen is dat je ook af en toe meeluistert.

Speaker 2:

Ja, En

Speaker 1:

dat is natuurlijk ook interessant voor ons. Waarom? Wat? Wat? Nou snap ik dat we niet in elke aflevering zullen weten te boeien en etcetera etcetera.

Speaker 1:

Maar toch is er misschien iets in wat wij proberen te doen dat jou dat jij denkt nou, dat mag wel tijd van me kosten.

Speaker 2:

Ja, ik ben begonnen met luisteren omdat je dat met ons eigenlijk hebt gedeeld. Dat je een podcast bent begonnen. Toen dacht ik nou dat is een leuke manier ook in coronatijd dus we zagen elkaar wat minder om je want je wij zijn vrienden om je wat beter te leren kennen. Daarnaast ken ik Dick ook nog van de middelbare school. Vond het leuk om jullie elkaar of de gesprekken te horen die jullie met elkaar hebben.

Speaker 1:

Omdat wij dus wel 2 bekenden voor jou zijn.

Speaker 2:

Klopt, ja. Maar ik bleef luisteren. Dat

Speaker 1:

heb jij dan op een gegeven moment. Je blijft luisteren.

Speaker 2:

Of dat ik in het begin heel erg dacht, hé maar deze onderwerpen dat boeit mij ook. Alleen komt dat erg naar voren bijvoorbeeld in mijn leiderschap. Ik gaf toen, geef en gaf, toen leiding aan het team. Ja. Toen dacht ik nou ik herken ook wel gewoon onderwerpen en wat interessant was, want het gaat natuurlijk over geloof en ik beschouw mij niet zozeer als gelovige.

Speaker 1:

Oké, nou dat is natuurlijk leuk, want je bent nu in de podcast geloofsvoorgesprek. Ja. Je zegt over jezelf dat je geen gelovige bent, maar toch weten we je dan te boeien. Dat is dan wel weer leuk. Is wat mij betreft ook.

Speaker 1:

Ja, ik weet, we hebben niet zo lang nagedacht over het hoofddoel van de podcast moet ik je eerlijk bekennen, maar we hebben het natuurlijk wel ooit geloofsvoer genoemd met als ondertitel voer voor gelovigen. En kennelijk bieden we in de in ieder geval in de podcast variant ook voer aan tussen aanhalingstekens wat jou dan aanspreekt. Ja, ja, ja. En je zegt over jezelf, ik zie mezelf niet als een gelovige. Is er een manier waarop je jezelf dan als het gaat om zingeving of religieuziteit is, is er een andere manier waarop jij jezelf zou beschrijven?

Speaker 1:

Of zeg je nou, dat is gewoon eigenlijk een dimensie die mij niet weten te ja die mij niet zoveel zegt of niet zoveel interesseert of hoe?

Speaker 2:

Ja, dat zegt me wel veel. Ik heb wel, ben wel opgegroeid met het geloof alleen dan in de zin je gaat naar de kerk en je bidt hier is tegen deze spijs verdronken aane. Die dat categorie in die categorie.

Speaker 1:

Dus de uitingsvormen zijn voor jou bekend? Ja. Bidden misschien bijbellezen ook, naar de kerk gaan.

Speaker 2:

Ja, de rituelen en hoe ik dat dan zeg maar benoem. Hele tijd ook er niks mee gedaan, maar ik denk nu sinds anderhalf jaar, een jaar dat ik wel steeds meer denk er is meer en wat is er dan? En er gebeuren dingen wat niet ets is.

Speaker 1:

Ik dacht even dat ik hier het bruggetje kon slaan dat een jaar anderhalf jaar geleden, maar.

Speaker 2:

Misschien is dat ook wel geweest. Ja, en daarnaast heb ik een ongeveer een jaar geleden mijn partner ontmoet. Die wel zichzelf echt bestempeld als gelovige. Dus ja.

Speaker 1:

Ja, en hoe is dat om want want je kent het van vroeger zei je net. Ik ben gelovig opgevoed. Je zou kunnen zeggen dat je nog wel een soort ja, spirituele religieuze antenne hebt ofzo. In die zin dat het zegt je zegt wel heel duidelijk het zegt wel wat. En nu ben je in een relatie met iemand die dat ja in 1 keer heel dicht na huis brengt.

Speaker 1:

Brengt dat mee naar huis in de woonkamer op zondagochtend kom je uit bed. Ja, wat doe je dan? Wat is het? Dan krijgt dat in 1 keer toch? Handen en voeten zeg maar.

Speaker 2:

Ja, nou dat is eigenlijk heel leuk. Anderzijds is het heel mooi omdat het bij hem hoort. Het vormt drijft hem, het geeft hem rust. Dus dat is is fijn. Los daarvan vind ik het zelf ook heel erg interessant.

Speaker 1:

Dus het is dan niet zo dat je met bombari, om het zo maar te zeggen afscheid hebt genomen van je geloof eerder. Dat misschien. Je hoort ook van mensen die uit de kerk stappen omdat daar wat gebeurd is. Echt ja. En daarmee heeft de kerk zeg maar voorgoed afgedaan.

Speaker 1:

Dat proef ik bij jou niet.

Speaker 2:

Nee nee ik dacht toen op een leeftijd waar ik overal tegenaan schopte als ik misschien in een land was geboren waar voornamelijk veel moslims waren, was ik misschien wel moslima. Hoe zeg je het? Moslimma geweest.

Speaker 1:

Of atheïst of.

Speaker 2:

Ja bijvoorbeeld. En toen dacht ik nou laat ik daar eerst maar eens een keer over lezen voordat ik mezelf een stempel geef. Ik ben, ik ben ja, een Christenan of iets. Ja, en dat heb ik eigenlijk nooit gedaan.

Speaker 1:

En hoe was dat dan voor je partner? Omdat ik kan me voorstellen dat het hem veel zegt. Je geeft net aan op welke manier dat belangrijk voor hem is en wat dat voor hem betekent. En dan ontmoet je iemand die dat niet in ieder geval niet op die manier ook beleeft.

Speaker 2:

Nee, alleen ik denk wel nu sinds anderhalf jaar dat ik echt wel besef en geloof dat er meer is. Dat er alleen wat weet ik dan niet zo goed voor mezelf. Maar dat er iets boven en aas is wat je drijft, wat je helpt, wat je stuurt.

Speaker 1:

Iets wat buiten jezelf is.

Speaker 2:

Ja, iets wat buiten jezelf is. Ja. Daar hebben we het toen ook eigenlijk al wel over gehad. Dat vond hij zelf ook eigenlijk heel erg mooi.

Speaker 1:

Dus daar vonden jullie eigenlijk elkaar wel aan, terwijl die rituelen jou misschien niet meer zoveel zeiden of zeggen, maar als je wat verder uitzoomt ofzo dan.

Speaker 2:

Ja, ja, dan zitten daar wel overeenkomsten in. En wat zijn dan die overeenkomsten wellicht? Ik denk het besef dat je iets uit liefde doet en uit goedheid. En dat er meer is dan alleen de ronde aarde. Dat het niet stopt.

Speaker 1:

En waarom heeft die liefde een oorsprong buiten jezelf?

Speaker 2:

Ja, dat is denk ik iets wat ik zelf nog niet zo goed kan zeggen. Is het dan God of is het de Heilige Geest of is het Jezus of is het gewoon iets

Speaker 1:

Heelal.

Speaker 2:

Ja, zeg het maar. Je kracht. Of is het een Je hoort in engelen of zijn het lichtwerkers? Dat weet ik niet. Lichtwerkers

Speaker 1:

die term ken ik niet?

Speaker 2:

Lichtwerkers zijn oude zielen die dan terugkomen op de adem om het licht om mensen licht te geven zodat ze zich

Speaker 1:

Maar dat zou bijvoorbeeld een in mijn geval een overleden opa of oma kunnen zijn. Moet ik dat

Speaker 2:

zo zeggen? Ja, misschien ben je het zelf wel.

Speaker 1:

Maar ik ben hier dan nog.

Speaker 2:

Ja, ja, maar je kan

Speaker 1:

Je hoeft niet voor overleden te zijn? Nee, nee. Oké. Nou, dat is dan weer nieuw voor mij.

Speaker 2:

Ja, nee, dus er zijn er natuurlijk heel veel dingen waarvan ik niet weet exact wat het is. En daarin hebben we elkaar wel gevonden dan.

Speaker 1:

Dus jouw partner geeft dan begrijp ik wel voldoende ruimte om die vraag niet te ver in te kleuren zeg maar over over wat dat dan is. Want ik kan me voorstellen dat nou ja, als je uit een bepaalde kerkelijke traditie komt, dan heb je ook antwoorden aangeleerd gekregen. Ik zou je kunnen zeggen op heel veel van die vragen. Daar heb je gewoon of je dat dan helemaal door voelt of dat je toch meer een soort aangeleerde antwoord geeft. Daar ben ik wel een beetje mars van, maar merk ik ook soms bij mezelf.

Speaker 1:

Dat je denkt dan zeggen we dit, weet je wel. Dit gevraagd wordt. Terwijl jij in dat opzicht wat ongemoeid bent op dat gebied. Je kan dat wat die vraag misschien onbevangen stellen en proberen te beantwoorden omdat je die kaderstelling vanuit een kerkelijke stroming niet hebt.

Speaker 2:

Misschien een mooi concreet voorbeeld is bidden. Ik heb dan geleerd je hoort te bidden voor het eten. Dat is dan een van de eerste, misschien wat makkelijker onderwerpen die je dan met elkaar hebt als je elkaar nog niet zo goed kent aan het begin van de relatie. Wil je bidden voor het eten? Toen kwam eigenlijk al snel naar voren dat hij aangaf.

Speaker 2:

Bidden is voor mij praten met God dus is niet een vast moment wat gedaan hoort. Wat je dient te doen voor het eten. En zo pratende kom je er ook al beide achter dat hij ook andere dingen ziet en openstaat voor andere inzichten dan wat ik misschien vroeger kende van de kerk.

Speaker 1:

Zoals dat steevast bidden voor het eten bijvoorbeeld.

Speaker 2:

Ja, ja. Of zondag is de rustdag.

Speaker 1:

En hoe is het? Hoe was het voor jou in het begin van je relatie toen hij überhaupt ging bidden of wilde bidden. Misschien heeft hij wel eens voorgesteld om samen met jou te bidden. Hoe was dat voor jou?

Speaker 2:

Nou, dat is al wel spannend in het begin. Je Ik had het nog nooit gedaan met iemand echt samen bidden. En ik vond het ook heel erg kwetsbaar, want je stapt iets. Je stapt ergens in tussen een belangrijke relatie die iemand heeft met God.

Speaker 1:

Daar word je eigenlijk deelgenoot van gemaakt.

Speaker 2:

Ja, ja. Ik vond het ook heel leerzaam.

Speaker 1:

Ik kan me herinneren nu je dit zo zegt, ik me herinneren dat jij wel eens 1 of meerdere keren, in ieder geval 1 keer hebt gezegd toen je een keer bij ons at ofzo dat je aan mij gevraagd hebt om voor het eten hardop te bidden. En daar zei je iets over dat je dat fijn vond.

Speaker 2:

Misschien me nu

Speaker 1:

te doen.

Speaker 2:

Ja, dat klopt.

Speaker 1:

Dat is best wel lang geleden anders. Ja, in ieder geval ruim voordat je een relatie kreeg. Ja, met je partner. Maar wat was dat dan?

Speaker 2:

Ja, nou goede vraag. Supermeester vind ik. Ja, klopt. Ja, ik heb een tijdje in Frankrijk gewoond en daar hebben we ook samen.

Speaker 1:

Nog op

Speaker 2:

visite geweest. Ja precies. Gebeder inderdaad ook in Zwolle. Moet daar heel even over nadenken, maar ik denk uiteindelijk toch dat het mij ook een rust geeft en dat het een mooie manier laat zien. Ook al kan ik het zelf nog niet zo goed, omdat ik dan nog niet weet tot met wie praat je

Speaker 1:

dan? Ja, tot wie richt je dat dan eigenlijk?

Speaker 2:

Exact. Dat er mensen in mijn omgeving zijn die dat wel hebben gevonden.

Speaker 1:

Ja. En toch voel je daar dus ook iets van. Dus als ik dan niet om het nou om mezelf te betrekken, maar om even met het voorbeeld door te gaan. Maar het kan ook je partner zijn. Ja, dat hij bidt en dat je daar je wordt daarin uitgenodigd.

Speaker 1:

Is het dan misschien in het begin al een soort nieuwsgierigheid of misschien wel beleefdheid kunnen zijn? In de zin van nou ja, ik weet dat dit voor jou belangrijk is, dus ik doe daar in mee. Maar nu, jullie zitten wat langer in deze relatie. Heb je ook het gevoel dat het jou andere dingen of meer dingen is gaan zeggen? Snap je?

Speaker 1:

Ik kan me voorstellen dat dat bidden is als je dan niet zo'n goed idee hebt over waar dan of nog niet. Of een ander idee hebt over waar dan dat gebed heen gaat. Of dat überhaupt ergens landt of dat het vooral een een soort psychologische truc is om jezelf tot rust te manen ofzo. Hoe zie je? Hoe zou je dat nu?

Speaker 1:

Hoe zou je daar nu over spreken over binnen?

Speaker 2:

Nou, ik vind het wat ik er mooi aan vind is dat er dus in de zin van ik bid met God, dat God er dan altijd is. En dat je dus als er wordt gebeden, altijd ook iemand is die naar je luistert. En die daar eventueel wat mee doet. En dat je daar dus ook troost aan uit put en je ook eigenlijk kracht geeft. Ik weet dat jij een beetje in je kracht staan of verkracht geeft.

Speaker 2:

Irritatie ontdekt. Maar

Speaker 1:

ja. Dus is iemand die altijd bereid is naar je te luisteren. Ja. Je aan te horen, zorgen, je blijdschap. En

Speaker 2:

wellicht vind ik het ook wel heel erg mooi doordat ik zelf soms een beetje zoekende ben van nog om te zien hoe dat het bidden bij vrienden en bij mijn vriend gewoon vastigheid heeft gegeven.

Speaker 1:

Doet me denken aan, die is wel vaker ter sprake gekomen is een andere podcast die heet Dit dus en daar worden een aantal mensen geïnterviewd. Ja, je moet hem anders maar eens luisteren. Ik zal je een linkje sturen. Het is echt super interessant. Ik denk ook dat je het zo waardeert, maar het zijn niet gelovigen die geïnterviewd worden door een mevrouw van in de 30 en een wat oudere kerel.

Speaker 1:

Ik denk een jaar of in de 50 ergens. En die is theoloog. En dan gaat het er vaak over dat de niet gelovige zullen we zeggen dat zo naar termen. Goed, niet gelovige die geïnterviewd wordt. Die beschrijft dan een zoektocht over rondom een bepaald thema.

Speaker 1:

En dan is meer dan eens de conclusie dat ze dan eigenlijk samen constateren dat het christelijk geloof eigenlijk heel veel aanreikt op dat gebied. Zo van soms soms bepaalde dingen die belangrijk zijn. Die kunnen hun oorsprong hebben in de Bijbel, maar ook rituelen inderdaad. Mensen op zoek zijn en dat dan dat gesprek op een gegeven moment een beetje dat punt komt van ja, maar waarom krijgt dat Christendom dan eigenlijk niet een serieuze kans? Want, want ja, eigenlijk heb je op dit punt hele spaarkaart.

Speaker 1:

Ja, ik maak een handgebaar bij. Je hebt een soort spaarkaart aan zo'n waaier die uitklapt. Dan je nou dit zijn op zijn minst dingen die je nader zou kunnen verkennen als je hiernaar op zoek bent. Maar dan merk je toch bij die gasten, meer of mindere mate weliswaar, maar dat ze dan klappen ze toch een beetje tegen. Alsof dat christelijk geloof voorhand zoveel minpunten heeft.

Speaker 1:

Herken je dat?

Speaker 2:

Ja, dat herken ik dus heel erg. Dat komt vanuit mij omdat ik het ooit zo bestempeld heb gekregen met vooral dit moet je doen en zo is het. En ik denk ook wel dat het wel zo eerder is besproken in jullie podcast. Terwijl ik nu op een gegeven moment kom je dan toch. We hebben dan samen bidden gehad en op een gegeven moment komt dan is de vraag wil je een keer mee naar de kerk of wil je een keer mee meeluisteren.

Speaker 2:

En toen ik dacht dat meeluisteren, het online ook dat het nog in coronatijd was, is dan wat veiliger. En ik weet niet meer wat toen het onderwerp was van de preek of de dienst was. Maar toen dacht ik wel nou dit hier speel ik ook mee. Dus de herkenning wat ik ook heb in jullie podcast, maar ook vanuit de dienst vanuit de kerk. Op een gegeven moment haak ik haak ik wel soms af in de onderwerpen.

Speaker 1:

In de onderwerpen waar het over gaat of hoe het gevraagd wordt?

Speaker 2:

Ja, vooral dat laatste. Op een gegeven moment en misschien is dat ook nog een beetje de stempel die erop zit op de onderwerpen die dan vanuit het Christendom worden besproken, maar daarom is het denk ik ook juist gelovig, dat alles vanuit Jezus komt of alles is vanuit God. Nou, dat denk ik dus niet.

Speaker 1:

Oké, dus dat is voor jou dan lastig om daar in mee te gaan?

Speaker 2:

Ja, ja, en dan denk ik nou nu ben ik afgehaakt, want ik geloof ook soms dat je dat je eigen doorzettingsvermogen of je eigen nou zeg het maar je ook ergens brengt dat niet alles door God of Jezus wordt gestuurd.

Speaker 1:

Ja, ja, dat is die component denk ik van het christelijk geloof dat we alles van God verwachten en alles van God ontvangen en dat we dankbaar moeten zijn onder alles en dat daarmee eigenlijk 0 eigen verdiensten is.

Speaker 2:

Ja, die stempel heerst er ook nog een beetje op denk ik. Ja. En het het mooie is dan nog wel vind ik dan vanuit mijn eigen relatie dat we het daar dan ook wel over dan over hebben van ervaar je dat ook zo of hoe zie jij dat dan en zij praten dan wel heel veel over. Dus dat is wel

Speaker 1:

Is het ontspannen gespreksonderwerp of geworden misschien?

Speaker 2:

Nou niet altijd, omdat het toch ook een beetje nog een taboe is een zwaar woord. Maar ik ken het ook in vrienden, je zegt ook niet nou hoe gaat het eigenlijk met je geloof? Of doe je nou dit omdat je gelooft?

Speaker 1:

Ik zou willen dat dat wat dat dat alle daags er zou zijn.

Speaker 2:

Ja, maar dat is er niet. Alsof het alleen in de kerk hoort. En bij jezelf, maar niet nou niet op de bank met een wijntje.

Speaker 1:

Ja, Alsof het onderwerp daar dan te zwaar voor is ofzo of te moeilijk of wat zou dat zijn?

Speaker 2:

Ja, dat weet ik niet zo goed.

Speaker 1:

Wat doet jou aarzelen om zo'n vraag op dat moment dat je op de bank zit met dat wijntje? Wat doet jou aarzelen om die vraag te stellen?

Speaker 2:

Nou mis Ik denk dat het voornamelijk ook komt en bijvoorbeeld ook waar hebben we het over in deze podcast dat ik denk er is zoveel. Dus als je het geloof opnieuw ontdekt of herdenkt of je wilt er iets over vragen, waar moet je dan beginnen met vragen?

Speaker 1:

Ja, Ja, ja, ja, dat Dat gaat mij

Speaker 2:

heel goed. Waar begin je?

Speaker 1:

Waar begin je? Ja, dan is het dus logischer om vanuit de concrete aanleiding het gesprek aan te gaan, bijvoorbeeld rondom bidden of een kerkdienst beluisteren of bezoeken.

Speaker 2:

Maar het is natuurlijk wel apart vind ik in een relatie waar je de rest wel bespreekt. Want je hebt heel veel onderwerpen die je misschien in het begin niet weet van elkaar. Hoe sta je erin? Wat zijn je normen en waarden? Wat vind je daarvan?

Speaker 2:

Ja, je dat wel bespreekt. Maar stukje geloof ik dan soms niet. Ja, ik niet altijd.

Speaker 1:

Zou het ermee te maken kunnen hebben dat het verschillen kan blootleggen, terwijl je dat niet liever niet hebt? Omdat je weet dat je er anders over Laat ik het wat dichter bij huis brengen. Sarah, mijn vrouw, jou niet onbekend. Sarah en ik hebben ook een echt een ander soort geloof. Ik denk dat we allebei ons comfortabel genoeg voelen om ons zelfs Christen te noemen.

Speaker 1:

Maar hoe ik dat beleef en wat ik daarin zoek en hoeveel tijd en energie ik daarin steek is meer dan Sarah. Zo simpel is het. En ik heb best een tijd gehad dat ik dacht ja, zouden we toch veel meer gezamenlijk moeten optrekken. Dat ik dacht van nou af en toe moet jij even een paar stappen bijzetten en af en toe moet ik even wat afremmen. Dus ik Maar doel is om dan daar gelijk in op te trekken.

Speaker 1:

Dat idee heb ik niet meer. Dat heb ik helemaal losgelaten, want ik denk ja. Ja, dat is het is ook heel persoonlijk. Het is heel lastig om. Ik geloof er niet in dat ik dat dan ook mijn taak of zo is.

Speaker 1:

Of mijn opdracht om dan mijn manier van christen zijn te projecteren op Sarah in dit geval. Met het doel dat dat dan op papier, tussen aanhalingstekens dan, dat we dan hetzelfde geloven. Terwijl ja, het is ook gekunsteld vaak. Want je kunt dan wel als je denkt nou ja, met de mond, als ik met de mond iets zeg zo dan, dan zit het goed. Maar ja, het gaat natuurlijk wat er in het hart zit.

Speaker 1:

En als je dat heel anders beleeft, ja, dan moet daar ook ruimte voor zijn. Maar ik kan me wel even terug naar het punt. Ik kan me wel voorstellen, dus ook uit eigen ervaring, dat die gesprekken, dat je die soms uit de weg gaat. Of in ieder geval niet uit jezelf agendeert als het als je het ook over andere leuke dingen kan hebben onder het genot van dat wijntje. Omdat het een verschil blootlegt.

Speaker 1:

Omdat je op voorhand weet dat het een verschil blootlegt. En soms is dat leuk om dat te verkennen. Het is ook wel comfortabel om een onderwerp te nemen waarbij je wat luchtiger is, waarbij je elkaar makkelijker vindt.

Speaker 2:

Ja. Ja, en ik vind het ook wel mooi dat je even benoemt. En misschien zit daar namelijk ook wel een kern van waarheid in. Dat er nog op het geloof in mijn ogen nog heerst alles moet zo hetzelfde zijn en het moet dan zo zijn. Dat is misschien nog een ouderwetse manier van het geloof uitvoeren.

Speaker 1:

Maar bedoel je dat wat je behoort te doen, zeg maar met elkaar. Ja. En meer nog dan wat je moet belijden, want je hebt ook dat woord belijden gebruiken we vaak. Of tenminste echt geloofswoord vind ik dat.

Speaker 2:

Zitten te tikken van het belletje?

Speaker 1:

Ja. Fijn als mensen dat dan even. Ja, belijden. Daar zet dan dikke streep onder. Maar het is wel echt taal.

Speaker 1:

Dus je gaat in gaat heel woordelijk benoemen. Dat is ook wel protestantse heel woordelijk benoemen. Kijk dit geloof ik zo. Ja, en dan gaan we allemaal staan en dan belijden we allemaal met elkaar. Hebben de geloofsbelijdenis, dan spreken we dat uit.

Speaker 1:

En ik vind ook wel dat er kracht van uitgaat. Als je dat allemaal doet tegelijkertijd. Dat zegt mij altijd wel wat. Maar ja, het is ook wel heel verstandelijk zeg maar. Ik ben alleen nu volkomen kwijt waarom ik dit erbij haal.

Speaker 2:

Ik volgde jou ook. Ik dacht

Speaker 1:

je gaat me redden, maar nee. Nee,

Speaker 2:

maar de vraag was natuurlijk de originele vraag was hoe ervaar ik dat dan? Dat ik dan ik een relatie heb met iemand die zichzelf ook bestemd als gelovige. Ik

Speaker 1:

We gaan het even formuleren. Jij hebt een relatie met een Christen. Ja. Zo, is wat korter. Ja, oké.

Speaker 2:

Ja, denk ik hoor. Ja, vastwaaier.

Speaker 1:

Hij gaat vast luisteren. Als je het miszet, dan hoor je het. Ja, precies.

Speaker 2:

Ja, dat klopt. Ja. Ja. En en hoe dat dan hoe dat dan is als niet een niet en ik vind het gaat goed op. En het is ook leerzaam en ik denk ook dat ik nu ook veel meer leer dat ik denk hey wellicht ben ik ook gewoon bijna een christen of wanneer ben ik dat dan?

Speaker 1:

Het misschien wat vloeibaarder is dan je had gedacht.

Speaker 2:

Ja, ja.

Speaker 1:

Want jij onderstreept niet die geloofsuitingsvormen zoals je die van vroeger kent van je opvoeding. En toch is er dan ruimte ontstaan voor het idee. Die definitie van christen zijn is misschien wel breder dan dat van gedacht. Ja. Zou ik daar ook niet voor een deel of op geheel onder kunnen vallen?

Speaker 2:

Ja, wellicht.

Speaker 1:

Zou je dat willen?

Speaker 2:

Nou, ik weet niet of ik heel erg behoefte heb aan een aan de stempel, dus dit is het dus wat ik zelf voel of wat ik zelf ervaar. Het zou het misschien wel makkelijker maken.

Speaker 1:

Dus maar dan veronderstelt dat als je dit stempel Christen zeg maar op jezelf zou zetten. Laat ik het zo anders formuleren. In mijn ervaring is je hebt Christenen en je hebt Christenen en je hebt Christenen en je hebt Christenen. En we delen het woord Christen. Maar ik, ik, ik.

Speaker 1:

Er zijn heel veel Christenen waarvan. Daar kan ik niks mee. In die zin van dat ik in ieder geval een enorme kloof ervaar tussen hoe zij hun geloof uitvoeren of beleven. Of ja, hoe zij hun leven daarna inrichten zeg maar. Dat ik denk dat werkt ontzettend vervreemdend voor mij.

Speaker 1:

Dat vind ik ook soms vervelend dat ik dan dat label deel met anderen. Snap je?

Speaker 2:

Ja, dat snap ik heel goed.

Speaker 1:

Ik heb wel het gevoel ik me daarvan moet afzetten. Dat ik moet zeggen van nou ik ben wel christen, dan heb ik de neiging om 3 voetnoten te doen. Zo van ja maar niet die en niet die en daar hoor ik ook niet bij je. Weet je wel?

Speaker 2:

Ja ja ja.

Speaker 1:

Dus ik wil maar zeggen, ook als je het label wel hebt, ten eerste is het label dus misschien heel veel breder dan je denkt. En ook dan ben je er nog niet helemaal vanaf. Het is misschien Het wordt er niet per se makkelijker van, omdat je dan in een grote bak komt. Ja, waar ook een hele hoop andere mensen in zitten die zichzelf ook christen noemen, maar totaal andere overtuigingen

Speaker 2:

onthouden dan jij. Dat is wel mooi dat je dat zo zegt, want ik denk ook wel dat hij dat zo ervaart. Is niet. Met je partner bedoel je? Ja mijn partner.

Speaker 2:

Het is niet per se dat ik dus zo ben. En dat dat dus ook heel goed werkt in onze relatie. Dat je het er dus ook over kan hebben en dat het dus ook niet perse in beton gegoten is. Dit is christenen zijn.

Speaker 1:

Hij zal ongetwijfeld in zijn christelijk geloof qua wat je denkt of vindt dat dat inhoudt of in zou moeten houden en hoe je dat in je leven invulling geeft, ongetwijfeld beïnvloed worden door jou. Denk je dat? Bij deze stelling?

Speaker 2:

Nou, ik hoop dat ik gewoon door mijn persoonlijkheid heb beïnvloed. Ja, nee, bedoel ik dan ook.

Speaker 1:

Niet dat je een soort agenda hebt ofzo, maar je brengt een ander perspectief mee in die relatie. Een andere achtergrond.

Speaker 2:

Ja, maar dat ik weet niet of dat ook per se zijn geloof raakt. Ik denk wel andersom. En een voorbeeld is dus ik vloekte wel eens. Nou daar let ik nu echt heel erg op. Ja.

Speaker 2:

En als ik dat wel doe, ja dat raakt hem ook heel erg.

Speaker 1:

Dat vindt hij echt vervelend.

Speaker 2:

Dat vindt hij echt vervelend.

Speaker 1:

Wat verontschuldig je je daar dan voor? Of denk je nou er was wel even gepast voor mij, wat

Speaker 2:

leek het lekker? Nee, nou goede vraag want nee daar verontschuldig ik me wel voor maar laatst was ik echt gewoon boos. Ik was geïrriteerd en toen was het er gewoon even lekker om te vloeken. Ja toen verontschuldig ik me er niet voor. Nee.

Speaker 2:

Ja dat leek

Speaker 1:

Maar dat zou je niet oprecht hebben gevoeld dan?

Speaker 2:

Nee nee omdat ik echt ook dacht ja dit wil ik gewoon ook dit zeg ik uit een drift ofzo. Je denkt er ook niet goed over na. Dat gebeurt dan gewoon. Ja dus dat levert dan ook een gesprek uiteindelijk.

Speaker 1:

Ja, je een aanleiding dus?

Speaker 2:

Ja exact. Maar dat heeft dus wel invloed op mij. Daar let ik dus nu wel echt op, omdat ik me meer besef ook doe daar mensen mee pijn. Ik praat slecht over iemand die hun heel erg lief hebben.

Speaker 1:

Maar dan bedoel je dat ook breder dan alleen de thuissituatie? Kan bijvoorbeeld op je werk zijn?

Speaker 2:

Op mijn werk deed ik dat eigenlijk al niet. Ik vraag me ook niet waarom.

Speaker 1:

Het is toch een soort filter ofzo?

Speaker 2:

Ja exact die er al op zit.

Speaker 1:

Je wordt nu uitgebreid.

Speaker 2:

Nee ik word nu gewoon kak.

Speaker 1:

Is het. Dus soms misschien wat minder bevredigend dan het me lekker scheldwoord. Voor mij is dat dan niet een vloek omdat ik wat dat betreft mij aansluiten bij je partner, maar ik kan wel erin komen dat je in een situatie soms niet genoeg hebt aan het woord kak. Moet iets krachtigers en zo. Ik vind het ook ergens altijd wel treurig als ik dat onder moet onderkennen dat dat dan kennelijk.

Speaker 1:

Je hebt ook wel. Je hebt ook wel mensen die zeggen dan chips.

Speaker 2:

Ja, dat vind ik dan.

Speaker 1:

Terwijl je zou zeggen ja, dat kan je dat prima doen, want het is falen, het is verschil. Dan waar hebben we het over? Maar ik dat voelt toch onbevredigend?

Speaker 2:

Ja, nee, dat vind ik ook knap.

Speaker 1:

Een beetje een knappen.

Speaker 2:

Kak is altijd even ja. Maar ik zit toch even na te denken over wat ja wat voor invloed heb ik dan op hem, maar nee, daar hoef ik geen goed antwoord op te. Ik denk niet dat hij nu zijn geloof anders ziet doordat hij doordat wij nu weer een relatie hebben of doordat wij elkaar kennen.

Speaker 1:

Had je dat wel verwacht?

Speaker 2:

Nee. Nee, want ik vind het juist kijk toen ik hem leerde kennen was hij net 39. Dan verwacht je ook wel bij iemand dat die deels weet nou dit hier sta ik voor en hier geloof ik in.

Speaker 1:

Alsof het een wat uitgekristalliseerd is ofzo. Maar je hebt ook niet als je dat dan meebrengt de relatie in zeg maar die verwachting, dan had je dus ook niet op voorhand het idee dat je daar wat vanaf moet vijlen ofzo omdat je het niet Nee,

Speaker 2:

zeker niet.

Speaker 1:

Zelf die ervaring uit het verleden hebt dat het geloof een soort, dat is dan die smalle en brede weg en geloof is de smalle weg. Als je maar dit en dit en dit en dit doet, dan kom je in de hemel. Ik doe het even heel een grote stap snel thuis. Heb je dat ook op hem geprojecteerd? Die manier van vroeger zeg maar.

Speaker 2:

Nou, daar hebben het wel over gehad. Ja, van niet op onze derde date of zo.

Speaker 1:

Dat is ook leuk.

Speaker 2:

Toen we in de kano zaten van hé, hoe zit dat nou eigenlijk?

Speaker 1:

Was je de derde date in

Speaker 2:

kano? Denk daarvan zij wel

Speaker 1:

de derde

Speaker 2:

of de vierde date. Nee dat is zover hebben we daar niet over gehad en dat dat dat ach nu terugdenkend was het misschien ook iets van het is er maar laten we later maar even kijken of het te mengen is met of te mengen of het samen opgaat met elkaar. Het was geen dealbreaker ook voor mij niet en ook niet voor hem.

Speaker 1:

Nee, maar wat zou helpen ook al parkeer je het dan even, is in ieder geval respectvol over praten naar mekaar. Ja, ja. Dus je onderkent hier verschillen we en als je elkaar. Ja, als je dat respect over en weer hebt, dan ben je natuurlijk al een heel eind aan. Anders zou het moeilijk worden.

Speaker 2:

Ja, dat klopt.

Speaker 1:

Jij je denkt van nou als jij nog hierin gelooft dan zullen we het dus over hebben nog. Maar er is 1 uitkomst en dat is dat de zondagochtend lekker uitslapen. Bij wijze van spreken. Kijk, dat is natuurlijk een heel ander vertrekpunt. Maar ik kan me goed voorstellen dat je niet Ja, dat je het in een eerdere date wel eens raakt ofzo hè, dat je het weet van mekaar, maar dan ja, dat is dan oké.

Speaker 1:

Je dan?

Speaker 2:

Ja, zo ja, zo was zo was het wel. Ja.

Speaker 1:

Misschien dat we wel zo ver komen dat hij na het luisteren van deze afleveringen ook een keer on-nair komt hier.

Speaker 2:

Nou, ik denk dat hij dat leuk zou vinden hoor.

Speaker 1:

Ja, zou ik ook superleuk vinden. Ik ga het hem vragen.

Speaker 2:

Nou doe het.

Speaker 1:

Misschien wel

Speaker 2:

bij deze dan hè?

Speaker 1:

Ja, natuurlijk. Luister daar gaan we natuurlijk vanuit. Hij is nu voor de derde keer. Hij heeft hem terug gespoeld en dan weer aan het luisteren. Ik heb het nu 3 keer gevraagd al.

Speaker 1:

Ja, hartstikke leuk. Hey, ik vond voor nu, vond ik het in ieder geval heel leuk dat jij er was. Ik vond het echt een gesprek zoals wij dat wel vaker voeren, denk ik. Ja, ik in ieder geval met die ontspannenheid hierover praten. En ik vind het ook altijd leuk om met je over dit soort dingen te hebben.

Speaker 1:

En ik vond het leuk dat je het ook aandurft om dat hier tegen met de microfoon in je snufferd te komen doen bij mij. Leuk dat je er was.

Speaker 2:

Vond ik ook bedankt voor de uitnodiging.

Speaker 1:

Ik sluit Amana eenzijdig in ieder geval af met wie weet tot ziens. Doei. Ja, ja, dat was alweer aflevering 36 van Geloofsvoergesprek. Ik hoop dat jij er net zo van genoten hebt als wij. En dat je er over 2 weken weer bent als we weer een nieuwe aflevering online zetten.

Speaker 1:

Het onderwerp moeten we uiteraard nog bedenken, maar dat komt vast helemaal goed. Tot dan.

Makers en gasten

Renco
Host
Renco
Podcaster en schrijver voor geloofsvoer.nl
person
Gast
Annet
Vriendin van Renco
#36 Geloofsverschil (in je relatie)
Uitgezonden door